Skip to main content

Wij zijn Startblok 6.0

Op Startblok wonen 565 jongeren, maar wie zijn ze eigenlijk? In deze serie gaan bewoners Annelies en Leoni op zoek naar verhalen in het witte containerdorp. In aflevering 6: de 51-jarige Mekonnen Ykeallo (afgekort: Mek), die vooral Eritrese startblokkers helpt met integreren. Wie is Mek en waar komt hij vandaan?

Beginnen aan zijn nieuwe leven – dat was het enige dat Mek wilde toen hij in 1994 naar Nederland vluchtte. In het azc waar hij terecht kwam was niks te doen. “Na drie maanden was ik het al helemaal zat,” zegt Mek. Zo leerde hij al snel een wijze les: als je iets wilt bereiken in het leven, dan moet je het zelf doen. Mek kon als vrijwilliger bij de plantsoenendienst in Laren aan het werk. “Zo leerde ik al snel de taal spreken en maakte ik Nederlandse vrienden.” Het plantsoenwerk heeft hij 4,5 jaar gedaan, toen kreeg hij een verblijfsvergunning.

Mek is half Eritrees, half Ethiopisch. Een opmerkelijke combinatie gezien de twee landen tot 1991 in een strijd verwikkeld waren, en nog altijd in staat van ‘sluimerende oorlog’ verkeren, zoals Mek de situatie noemt. Door een overwinning van de rebellen konden de Eritreeërs in 1993 voor de onafhankelijkheid van Eritrea stemmen. Ze hoopten op een democratie, maar kregen een dictatuur. Bovendien werd een dienstplicht – voor zowel mannen als vrouwen – ingesteld die oneindig verlengd kan worden.

In 2016 deden volgens cijfers van het IND zo’n 40.000 Eritreeërs een asielaanvraag in Europa, waarvan 3.000 in Nederland. Na Syriërs zijn Eritreeërs de grootste groep vluchtelingen in ons land. Momenteel wonen hier ongeveer 20.000 personen met een Eritrese achtergrond. Het precieze aantal is moeilijk te bepalen. Mensen die in Eritrea geboren zijn voor de onafhankelijkheid van 1993, zijn namelijk officieel op Ethiopisch grondgebied geboren en worden vaak als Ethiopisch geregistreerd.

Terug naar Mek. Inmiddels woont hij dus al 24 jaar in Nederland. Hij is eigenaar van restaurant Azmarino, gespecialiseerd in Oost-Afrikaans eten, in de Pijp. Verder is hij veel aan het werk voor zijn stichting Ykeallo, die hij heeft opgezet om Eritrese jongeren te helpen met integreren. Het idee voor de stichting is twee jaar geleden ontstaan bij de Johan Cruyff Court in Osdorp.

“Ik woon al jaren in Osdorp en voetbal ook al jaren met vrienden bij de Johan Cruyff Court. Op een dag stond een Eritrese jongen langs het veld te kijken. Ik vroeg hem of hij mee wilde doen.” Zo kwamen er steeds meer Eritreeërs bij. Nu komen ze elke donderdag- en zaterdagochtend samen bij het veld. De groep bestaat inmiddels uit zo’n vijftig Eritrese jongens. Allemaal wonen ze een á twee jaar in Nederland. De meesten zijn nog bezig met Nederlands leren, een enkeling heeft al werk.

Sinds een aantal maanden kun je Mek ook op Startblok tegenkomen. Op dinsdag en vrijdag is hij van 10:00 uur tot 14:00 in het clubhuis. “Ik ben vanuit de gemeente aangesteld als contact- en vertrouwenspersoon,” zegt Mek. “Dat betekent dat ik ontwikkelingen signaleer, begeleiding en coaching bied. Eigenlijk heb ik een soort brugfunctie. Vooral Eritrese jongeren komen naar me toe omdat ze me kennen van het voetbalveld. Ze zien dat ik Eritrees ben, daardoor ben ik een soort voorbeeld voor hen: als ik het kan, kunnen zij het ook.” De vragen die Mek krijgt, lopen heel erg uiteen. “Ik krijg vragen over problemen op de gang, met vluchtelingenwerk of op school. Maar bijvoorbeeld ook vragen over huwelijken of gezinshereniging.”

Verder is vooral de taalbarrière lastig. “Nederlands is geen makkelijke taal. Veel Eritreeërs hebben in hun thuisland nooit eerder een andere taal geleerd, waardoor het voor hen nog moeilijker is. Dat zit de integratie in de weg. In Nederland leren kinderen op school al op jonge leeftijd Engels, en later Duits en Frans. Dat maakt het leren van een nieuwe taal makkelijker.”

De situatie van de Eritrese jongeren is herkenbaar voor Mek. “Als je vluchteling bent, verlies je je bekende omgeving en mensen om je heen die je kunt vertrouwen. Zodra je op een nieuwe plek komt, voel je je vreemd en verdwaald. Toen ik hier kwam, was ik volwassen, maar ik moest alles weer opnieuw leren, zoals een baby.”  

Voor nieuwkomers heeft Mek nog wel een tip: de Mek-truc. “Ga vrijwilligerswerk doen! Je krijgt er automatisch iets voor terug. Dankzij mijn 4,5 jaar bij de plantsoendienst heb ik Nederlands geleerd en vrienden gemaakt. Daarna ging alles veel makkelijker.”