Cedric (30) woont inmiddels 3 jaar op Startblok Riekerhaven. Hij studeerde Sociale Geografie en Planologie aan de UvA en Sustainable Development aan de Universiteit Utrecht. Hij reist voor zijn werk regelmatig naar Ghana en Ivoorkust om onderzoek te doen naar de productie van cacao.
Tijdens zijn bachelor kwam Cedric erachter dat hij het onderdeel milieu het meest interessant vond. Daarom koos hij voor een master die gefocust was op duurzaamheid. Duurzaamheid betekent dat een situatie voor onbepaalde tijd hetzelfde kan blijven. Als je de volgende drie dingen op orde hebt, ben je duurzaam:
- people
- planet
- prosperity
People focust zich bijvoorbeeld op mensenrechten, planet op ontbossing of vervuiling en prosperity op armoede. Als er met deze 3 aspecten geen rekening gehouden wordt, zal dit vroeg of laat voor problemen zorgen. ‘’De 3 aspecten van duurzaamheid zijn met elkaar verbonden. Zo kan bijvoorbeeld een laag inkomen bij cacaoboeren ervoor zorgen dat ze meer ontbossen om meer te produceren en zo meer te verdienen. Of armoede kan zorgen voor het gebruik van kinderarbeid. Daarom is het belangrijk om nooit naar één aspect te kijken, maar naar het grote geheel.’’
Na het behalen van zijn bachelor begon Cedric aan zijn 2-jarige onderzoeksmaster waarin hij voor zijn scriptie het cacao beleid van Ivoorkust en Ghana vergeleek. ‘’Ik hield enquêtes met cacaoboeren en deed interviews met cacao handelaren, NGO’s en overheidsinstanties.’’ Na het behalen van zijn master ging hij meteen werken voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen, ook wel KIT genoemd. Dat is een non-profit organisatie die onderzoek doet voor bedrijven, NGO’s en overheden om die te helpen met het verbeteren van duurzaamheid.
Veldwerk in Ghana en Ivoorkust
Inmiddels werkt Cedric al 5 jaar voor KIT. Voor zijn werk reist hij veel naar Ghana en Ivoorkust om daar onderzoek te doen. Vaak is dit voor chocolade bedrijven, waaronder Tony’s Chocolonely en Lindt. De compleet andere omgeving, overnachten in hotels en het lekkere weer voelen misschien al snel aan als een vakantie, maar dat is het zeker niet. Hij staat elke dag om 5 uur op om op tijd in het dorp aan te komen waar hij onderzoek gaat doen. ‘’Als ik te laat aankom is iedereen al naar hun plantages vertrokken en is er niemand die aan mijn onderzoek kan meewerken.’’ In de hotels waar Cedric overnacht wordt meestal geen ontbijt aangeboden omdat het vaak kleine hotels zijn in afgelegen stadjes. Om toch wat te kunnen eten in de ochtend, neemt hij noten en mueslirepen uit Nederland mee. Rond kwart voor zes, wanneer het een beetje licht begint te worden, staat zijn chauffeur voor de deur. Hij brengt Cedric en het onderzoeksteam waarmee hij samenwerkt naar het dorp waar ze het onderzoek gaan doen. ‘’Meestal is het niet meer dan 2 uur rijden, maar we moeten vaak over kleine landweggetjes en door de jungle om bij de dorpen aan te komen. Ik heb een keer meegemaakt dat een brug te gammel was om met de auto overheen te rijden. Toen moesten we de laatste 3 kilometer lopen. Vooral in het regenseizoen zijn de wegen slecht begaanbaar.’’
Het dorp
Wanneer ze in het dorp aankomen moet er eerst toestemming voor het onderzoek aan het dorpshoofd gevraagd worden. ‘’Meestal is het een gesprek tussen de leider van het lokale team en een woordvoerder die het vervolgens doorgeeft aan het dorpshoofd. Er zijn veel lokale gebruiken in de dorpen. De meeste mensen van mijn onderzoeksteam komen uit het noorden van Ghana en kennen niet altijd alle gebruiken van het zuiden. De woordvoerder is er zodat wanneer er iets verkeerds wordt gezegd het nog rechtgetrokken kan worden op het moment dat het aan het dorpshoofd doorgegeven wordt. Op die manier kunnen er geen misverstanden ontstaan.’’
Lokale gebruiken
Al die verschillende gebruiken kunnen erg verwarrend zijn en ondanks de woordvoerder die de meeste misverstanden voorkomt, gaat er toch wel eens iets fout. ‘‘Ik heb een dorpshoofd een keer een hand gegeven, maar je mocht blijkbaar het dorpshoofd helemaal niet aanraken. Dat wist ik toen niet. Hij gaf me een hand terug en toen hem werd uitgelegd dat ik de gebruiken niet kende kon hij er wel om lachen.’’ Er zijn ook andere lokale gebruiken: “Het is in Ivoorkust bijvoorbeeld gebruikelijk dat ik wat te drinken krijg aangeboden voordat het gesprek begint. Meestal is dit een lokaal gestookte drank gemaakt van gedistilleerde palmwijn. In Ivoorkust wordt dit Koutoukou genoemd, in Ghana heet het Akpeteshi. Het zijn vaak familierecepten die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Omdat het een ongecontroleerd stookproces is weten ze niet zo goed hoe hoog het alcoholpercentage is, maar meestal is dit zo’n 60 à 70%. Ik durf nooit nee te zeggen als ik een glaasje aangeboden krijg, omdat ik wil laten zien dat ik de lokale gebruiken respecteer. Dit betekent wel dat ik om 8 uur ‘s ochtends al aan de sterke drank zit. Ik heb hier trouwens nog een flesje Koutoukou staan, maar het is al wat ouder en zit in een plastic flesje. Ik gebruik het nu om dingen mee te ontsmetten.’’
Chaotische markten en kleurrijke souvenirs
Aan het eind van zijn reis gaat Cedric graag naar een van de markten in de grote steden van Ivoorkust en Ghana. Kumasi heeft de grootste markt van West-Afrika waar je van alles kunt kopen. ‘’Het is echt een wirwar van kleine steegjes en de markt is onderverdeeld in verschillende thema’s. In het ene deel wordt veel vis en vlees verkocht en in een ander deel bijvoorbeeld rijst, frisdrank of kookspullen.’’ Ook gaat Cedric graag naar de Makola markt in Accra, de hoofdstad van Ghana. Hij kent de stad inmiddels redelijk goed, omdat hij er ruim 2 maanden heeft gewoond voor zijn masterscriptie onderzoek. Hij heeft zelfs een vaste kleermaker die hij kan bellen als hij een kledingstuk op maat wil laten maken. ‘’Op de Makola markt worden veel verschillende stoffen verkocht. De stoffen zijn erg kleurrijk en daar hou ik van. Ik zoek dan een stof uit en neem deze mee naar de kleermaker die er kledingstukken van maakt, helemaal op maat. Van de overgebleven stukken stof laat ik bijvoorbeeld tassen maken, die neem ik dan mee voor vrienden en familie.’’
Hoewel Cedric er altijd voor zijn werk is, raadt hij een land als Ghana zeker aan als vakantieland. ‘’De steden zijn levendig en de lokale mensen zijn ontzettend aardig en nieuwsgierig. Ik voel me er altijd welkom. Het weer is lekker en het heeft altijd wel iets avontuurlijks, zo ver van huis. ’’